U wilt uw bedrijf zo circulair mogelijk maken. De R-ladder helpt u daarbij. Allereerst om te bepalen hoe circulair u nú omgaat met uw afval. Daarna om uw strategie te bepalen om hoger te klimmen op de R-ladder en dus een hogere mate van circulariteit te bereiken.
Maar wat is de R-ladder precies, wat is het verschil met de Ladder van Lansink, en hoe past u de R-ladder toe? Daarover gaat dit artikel.
Wat is de R-ladder?
De R-ladder is een ranglijst van circulariteitsstrategieën. Hoe hoger een strategie op de ladder staat, hoe meer grondstoffen u ermee bespaart. Zo kan ieder bedrijf een route uitstippelen naar volledige circulariteit. De R-ladder is daarmee van grote betekenis voor een volledig circulaire economie in de toekomst.
Er zijn verschillende R-ladders in omloop: de Rijksoverheid spreekt van 6 treden, terwijl anderen 8 of 10 treden hanteren. Wij kiezen voor het meest uitgebreide model: de 10R-ladder (de treden vindt u verderop in dit artikel).
Het verschil met de Ladder van Lansink
Het grootste verschil tussen de Ladder van Lansink en de R-ladder is dat de eerste een lineair afvalmodel is, en de tweede een circulair afvalmodel:
Bij de Ladder van Lansink is het doel afval zo duurzaam mogelijk te verwerken. Grondstoffen bewegen zich in één lijn van product naar afval. Daarom staan ‘storten’ en ‘verbranden’ nog op deze ladder; 2 manieren van afvalverwerking die geen optie zijn in een circulaire economie.
Bij de R-ladder is het doel dat grondstoffen in de keten blijven, oftewel nieuwe grondstoffen worden. Zodat er uiteindelijk geen afval meer ís.
Onderstaande afbeelding laat het verschil mooi zien:
De Ladder van Lansink werd in 1979 als standaard voor afvalbeheer ingesteld. Toentertijd was het een grote stap voorwaarts in een duurzamere omgang met ons afval. Nu is het belangrijk om ook de Ladder van Lansink in een circulair perspectief te plaatsen.
De treden van de R-ladder
Zoals eerder aangegeven, bestaan er verschillende modellen voor de R-ladder. Wij gebruiken de 10R-ladder, het meest uitgebreide model (gebaseerd op het diagram van Ellen MacArthur). Die geeft u immers de meeste mogelijkheden om de strategie te kiezen die voor u nu het meest haalbaar is, om van daaruit verder op te klimmen naar volledige circulariteit.
Enigszins verwarrend aan de R-ladder is dat trede 1 de meest circulaire is, en trede 10 de minst circulaire. Bij de uitleg van de treden hieronder, beginnen we met trede 1: de meest circulaire strategie.
De 10 treden van de R-ladder zijn:
- Refuse & Rethink: onnodig grondstoffengebruik voorkomen
- Reduce: grondstoffen efficiënter ge- en verbruiken
- Redesign: bestaande producten circulair herontwerpen
- Re-use: bestaande materialen volwaardig hergebruiken
- Repair: bestaande producten (beter) onderhouden of repareren
- Refurbish: (delen van) bestaande producten herstellen of vernieuwen
- Remanufacture: (delen van) afgeschreven producten gebruiken voor nieuwe
- Repurpose: bestaande producten hergebruiken voor iets anders
- Recycle: bestaande materialen verwerken en hergebruiken
- Recover: energie terugwinnen uit gebruikte grondstoffen
Hieronder illustreren we per trede hoe die in de praktijk vorm kan krijgen. We gebruiken daarbij voornamelijk de verpakkingsindustrie als voorbeeldsector. Want hoe mooi zou het zijn als we in de toekomst verpakken zonder afval, omdat de materialen steeds maar weer hergebruikt worden?
1. Refuse & Rethink: onnodig grondstoffengebruik voorkomen
Circulair verpakken begint met 1 eenvoudige, maar cruciale vraag: Is verpakken écht nodig?
In veel gevallen hóeft het misschien helemaal niet. Denk aan speelgoed met allerlei onderdeeltjes, waarbij ieder onderdeeltje apart in plastic verpakt is.
Of wat dacht u van groente en fruit? Mandarijntjes worden bijvoorbeeld vaak ook in plastic gehuld, terwijl ze prima los te verkopen zijn.
Maar als het antwoord op de vraag ‘ja’ is, maak dan circulariteit hét uitgangspunt met de volgende vragen:
- Hoe zorgen we ervoor dat de verpakking steeds maar weer hergebruikt kan worden?
- Hoe gebruiken we zo duurzaam en/of circulair mogelijke materialen?
2. Reduce: grondstoffen efficiënter ge- en verbruiken
Bij deze trede staat de volgende vraag centraal: Hoe verpakken we met zo min mogelijk primaire grondstoffen en CO2-uitstoot?
Kan de verpakking dunner? Kleiner? U heeft vast ook weleens iets online besteld, wat in een véél te grote doos bezorgd werd. Maar de verpakking van producten zelf zijn vaak ook overdreven groot. Kortom: kunnen we wat minder lucht verpakken?
3. Redesign: bestaande producten circulair herontwerpen
Hier gaat het ook om herontwerpen met de eindgebruiksfase in zicht: hoe kunt u al in het ontwerp rekeninghouden met makkelijke reparatie of het vervangen van een onderdeel, zodat het geheel langer in gebruik kan blijven.
Zo zou de verpakkingsindustrie meer over kunnen gaan naar zogenaamd ‘monomateriaal’. Oftewel: van verpakkingen gebaseerd op fossiele materialen naar ‘bio-based’ materialen. Dat maakt een verpakking beter recyclebaar.
Een voorbeeld van Redesign uit de praktijk van Milgro
Op dit moment onderzoeken we voor een klant wat het meest duurzaam is: een kartonnen doos op een pallet zetten en die eenmalig gebruiken, of speciale palletboxen met sloffen voor de heftruck, die steeds opnieuw gebruikt kunnen worden. Oftewel: een herontwerp van een bestaande oplossing, die (veel) duurzamer kan zijn.
4. Re-use: bestaande materialen volwaardig hergebruiken
De verpakkingsindustrie zou meer hervulbare verpakkingen kunnen ontwerpen. Gelukkig zien we dit ook steeds meer gebeuren.
Een voorbeeld van Re-use uit de praktijk van Milgro: Wij hielpen we AkzoNobel met het zuiveren en daarna hergebruiken van hun spoelwater. Wij kenden daar een partij voor, die AkzoNobel anders – in hun eigen woorden – ‘nooit op het spoor was gekomen’. Hier komt de kracht van ons netwerk naar voren: wij kenden beide partijen, en verbonden ze aan elkaar. Zodat er nu veel minder water verbruikt wordt. Lees meer over deze case.
5. Repair: bestaande producten (beter) onderhouden of repareren
Welke onderdelen van het verpakkingmateriaal kunnen (beter) onderhouden of gerepareerd worden, om de levensduur (aanzienlijk) te verlengen? Dat is immers duurzamer dan nieuw materiaal maken.
Daarnaast kunnen bedrijven hun houten pallets (laten) repareren, in plaats van steeds nieuwe aanschaffen.
Een voorbeeld van Repair uit de praktijk van Milgro:
Zelf zijn we ook scherp op reparatie en onderhoud van onder andere machines die wij gebruiken. Bijvoorbeeld onze perscontainers: die laten we zo goed mogelijk onderhouden. Zo maximaliseren we hun levensduur. Daarnaast zetten we gereviseerde persen in, en laten persen zélf reviseren.
6. Refurbish: (delen van) bestaande producten herstellen of vernieuwen
Is een verpakking écht onbruikbaar? Of kan het hersteld en/of vernieuwd worden? Als het antwoord ‘ja’ is, hoeft er geen nieuw verpakkingsmateriaal gemaakt te worden.
Een eenvoudig voorbeeld is de jerrycan: maak die schoon, en die kan direct opnieuw gebruikt worden.
7. Remanufacture: (delen van) afgeschreven producten gebruiken voor nieuwe
Zelfs als verpakkingsmateriaal deels afgeschreven is, is het niet perse ‘afval’. Nee: vaak zijn er onderdelen die nog níet afgeschreven zijn. Die kunnen dan gebruikt worden voor (deels) nieuwe verpakkingen.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan het zeeppompje. Als het pompje kapot is, hoeft natuurlijk niet de hele fles weg. Er hoeft alleen maar een nieuw pompje op!
8. Repurpose: bestaande producten hergebruiken voor iets anders
Komen er grondstoffen/materialen vrij uit verpakkingen? Dan hoeft dat lang niet altijd afgevoerd te worden. Vaak kan het materiaal elders weer gebruikt worden voor delen van andere verpakkingen.
Een goed voorbeeld is piepschuim, dat uitstekend geschikt is als isolatiemateriaal wanneer het tot blokken geperst wordt.
9. Recycle: bestaande materialen verwerken en hergebruiken
Recycling van materialen betekent: ze verwerken tot nieuwe grondstoffen, waarvan nieuwe verpakkingen of andere producten gemaakt worden. Soms van dezelfde kwaliteit, soms van lagere.
Dit is wat we vroeger als het toppunt van duurzaamheid zagen. Nu zien we het als een van de minst circulaire vormen van omgang met grondstoffen. Desalniettemin is het belangrijk dat we dit blijven doen tot er betere oplossingen zijn. Daarom is het goed dat we doorgaan met de inzameling van papier en karton.
10. Recover: energie terugwinnen uit gebruikte grondstoffen
Is verpakkingsmateriaal écht niet meer bruikbaar volgens de strategieën van de bovengenoemde 9 treden? Dan kan er altijd nog een bepaalde mate van energie uit teruggewonnen worden.
Of denk aan hout, dat verbrand kan worden in een biomassacentrale. De vrijgekomen energie wordt dan hergebruikt, meestal voor warmtelevering aan een warmtenet. Het moge duidelijk zijn: terugwinning is de laagste vorm van circulariteit.
Welke kansen biedt de R-ladder voor úw organisatie?
Nu weet u wat de R-ladder is. Maar waar moet u beginnen op weg naar een circulaire bedrijfsvoering?
Milgro kan zo goed als alle afvalstromen zo hoogwaardig mogelijk verwerken volgens de R-ladder. Daar hebben wij talloze praktijkvoorbeelden van. Dit geldt dus ook voor uw afvalstromen. In ons netwerk vinden wij altijd wel een passende oplossing.
Wilt u hier serieus mee aan de slag? Start dan met onze afvalscan. Dan berekenen wij, op uw locatie, de kansen voor uw organisatie. U krijgt daarmee een helder inzicht in de hoeveelheid, kosten en CO2-impact van al uw afvalstromen. Daarvan krijgt u een overzichtelijk rapport, inclusief wat dit betekent voor uw potentieel op afvalmanagement. Zowel in kosten- en tijdbesparing als in het ecologisch rendement.
Op de hoogte blijven
Op de hoogte blijven van alle nieuwe ontwikkelingen? Volg ons op LinkedIn en Instagram of abonneer u op de nieuwsbrief. Bent u nieuwsgierig naar wat Milgro voor uw bedrijfsvoering en afvalproces kan betekenen? Neem dan contact op.